Scholen en bedrijven hebben hun handen vol aan verzuim. Protocollen, aanwezigheidsregistratie, verzuimbegeleiding, wetgeving en administratie. Allemaal tijdverslindende activiteiten die ten koste gaan van onderwijs, productie of dienstverlening. Er zijn grote verschillen hoe er op scholen wordt omgegaan met verzuim en de manier waarop het eraan toe gaat in het bedrijfsleven. De wetgeving verschilt, de verzuimbegeleiding is anders en de consequenties zijn niet hetzelfde. Toch kunnen we op verzuimgebied een brug slaan tussen school en werk.
Verzuimgedrag als grote gemeenschappelijke deler
De grote gemeenschappelijke deler is namelijk: verzuimgedrag. Bewuste keuzes maken en denken in mogelijkheden. Het doorbreken van het hardnekkige misverstand dat van jongs af aan is ingeprent: ziek = ziek en als je ziek bent, blijf je thuis. Zowel bij bedrijven als op scholen levert het een enorme winst op als mensen leren denken in mogelijkheden: “ja, ik heb een beperking maar welke activiteiten kan ik nog wel?” Of: “ja, ik heb een probleem, maar hoe maak ik dat bespreekbaar op school of bij m’n werkgever?” “Welke oplossingen kan ik verzinnen om toch enkele lessen te volgen of tijdelijk andere werkzaamheden uit te voeren voor mijn werkgever?”
Spreek dezelfde verzuim-taal
Als zowel op scholen als bedrijven op dezelfde manier over verzuim wordt gesproken, scheelt dat een slok op een borrel. Dan gaat het niet meer over ziekte, klachten of bewijzen dat je echt ziek bent, maar over taken of werkzaamheden en activiteiten die je nog wel kan verrichten. Werken en leren naar vermogen! En als je tijdelijk even helemaal niets kan, dan maak je daar afspraken over en denk je samen na over de mogelijkheden die als eerste ontstaan.
Het verzuimbezoek stimuleert denken in mogelijkheden
Bij het verzuimbezoek gaan we uit van de gedragsmatige visie op verzuim. Dit model gaat ervan uit dat er bij verzuim sprake is van een keuzeproces. Je maakt zelf de keuze om te verzuimen, aanwezig te zijn of gedeeltelijk deel te nemen aan een (school)activiteit. De afweging om wel of niet te verzuimen wordt beïnvloed door verschillende factoren.
- Sociale omgeving: bijv. familie, medestudenten die (on)gevraagd advies geven hoe om te gaan met klachten of problemen.
- Waardering: Wordt je gemist als je er niet bent? Zie je het nut in van je studie? Maak je kans op een baan na je opleiding?
- Aanwezigheidsmotivatie: Heb je voor de juiste opleiding gekozen? Zijn de lessen interessant? Worden medestudenten aangesproken op hun verzuimgedrag?
Dit verklaart waarom bij dezelfde klacht de ene persoon niet of nauwelijks verzuimt terwijl een ander langere tijd thuisblijft. Het gedragsmodel is er vooral op gericht om het keuzeproces op een positieve manier te beïnvloeden en daarmee ook het verzuimgedrag. Tijdens het verzuimgesprek maken we studenten (en ouders) bewust van hun keuzes. We laten zien dat ze zelf de regie in handen hebben en motiveren ze te denken in mogelijkheden. De focus is gericht op “wat kan ik nog wel”.