Het lijkt nog ver weg maar 1 juli 2017 zal de vernieuwde Arbeidsomstandighedenwet in werking treden. Met de aanpassing van de huidige Arbeidsomstandighedenwet wil de overheid het functioneren van de bedrijfsgezondheidszorg voor werknemers en werkgevers verbeteren. Belangrijk aandachtspunten daarbij zijn de onafhankelijkheid van de bedrijfsarts en preventie.
Op 24-01-2017 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel tot wijziging van de Arbowet. Vervolgens zijn op 08-02-2017 de definitieve wijzigingen gepubliceerd in het Staatsblad.
Arbobesluit
Hiermee is de Arbowet gewijzigd en niet het Arbobesluit. Het nieuwe Arbobesluit, waarin o.a. nadere invulling gegeven gaat worden aan het recht van de werknemer op een second opinion van een bedrijfsarts en de klachtenprocedure welke bedrijfsartsen moeten gaan hanteren, is nog niet gepubliceerd. Wel is de internetconsultatie met betrekking tot de conceptversie afgerond. De definitieve versie wijziging Arbobesluit zal daarmee naar verwachting binnenkort verschijnen.
Net als CBZ is ook een groot aantal andere professionals zich in de vernieuwde Arbeidsomstandighedenwet aan het verdiepen en/of is er deelgenomen aan de internetconsultatie over het wetsvoorstel. Thans blijkt dat er over een aantal wijzigingen interpretatieverschillen zijn, waarover het nieuwe Arbobesluit hopelijk duidelijkheid zal gaan geven.
Welke vragen moeten o.a. nog worden beantwoord:
- De mogelijkheid om een andere bedrijfsarts te raadplegen (second opinion) door een werknemer. Wat wordt onder raadpleging verstaan? Een consult, ondervraging of overleg? Wellicht dat de definitie in het Arbobesluit wordt opgenomen, maar daar lijkt het vooralsnog niet op. Als de definitie vanuit de wetgeving niet nader zal worden omschreven neigen wij ernaar om het begrip ‘raadpleging’ ruim te interpreteren en daar diverse vormen van contact met de tweede bedrijfsarts onder te vatten.
- Het ontwerpbesluit van het Arbeidsomstandighedenbesluit meldt dat de werknemer bepaalt of het advies dat volgt uit de second opinion ter beschikking wordt gesteld aan de eerste bedrijfsarts. De NVAB (Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde) is van mening dat het advies van de second opinion bij voorkeur altijd aan de eerste bedrijfsarts ter beschikking moet worden gesteld. Uitgangspunt is immers dat de eerste bedrijfsarts de begeleiding voortzet.
- Moet er een toestemmingsverklaring van de werknemer worden afgegeven bij de overdracht van medische gegevens van de eerste bedrijfsarts aan de tweede bedrijfsarts?
- Hoe kunnen onnodige aanvragen voor een second opinion worden voorkomen/ wat moet er exact verstaan worden onder ‘tenzij zwaarwegende argumenten zich tegen raadpleging van een andere bedrijfsarts verzetten’?
Second opinion
De second opinion kan alleen worden aangevraagd m.b.t. de medisch inhoudelijke visie van de bedrijfsarts / gezondheidskundige vraagstukken in verband met arbeid anders dan de begeleiding en vervangt niet het deskundigenoordeel van het UWV. Het deskundigenoordeel van het UWV beoogt het re-integratieproces vlot te trekken als dat stagneert tijdens de eerste twee ziektejaren.
Preventie
Er zal vanuit de nieuwe Arbowet meer aandacht worden gelegd op het voorkomen van verzuim. Daar hoort een prominentere rol voor de preventiemedewerker bij. Om die te bewerkstelligen, krijgt de ondernemingsraad (OR) of personeelsvertegenwoordiging (PVT) instemmingsrecht in wie de preventiemedewerker wordt én in diens positie.
Overgangsregeling
Het nieuwe Arbobesluit moet op een aantal zaken nog duidelijkheid gaan verschaffen. Als deze duidelijkheid er is zullen wij onze werkwijze en overeenkomsten actualiseren. Er geldt een overgangsbepaling op grond waarvan arbodienstverleners tot 01-07-2018 de tijd hebben om bestaande overeenkomsten met werkgevers aan de nieuwe Arbowet aan te passen. (zie artikel 45 van de wijzigingswet, Staatsblad 2017-22).
Kortom, zodra er duidelijkheid is, zullen wij u nader informeren!
Bron: Arno Linkels